Marc Schmidt

Regisseur

Ik zocht een spiegel voor mijn eigen worsteling
Voor een documentaireserie over de tien geboden, geproduceerd door DOXY en EOdocs, heeft Marc Schmidt zich aan het eerste gebod gewaagd: ‘Ik ben de Heer, je God, je zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben’. Zijn film Hoe Te Verdwijnen is een zeer persoonlijke zoektocht naar excessen en onverzadigbaarheid geworden. Samen met vier lotgenoten verkent Marc het gevoel van leegte en hoe we dat proberen te ontvluchten. Dit is niet de eerste samenwerking van Marc en DOXY: eerder maakten zij samen de documentaires In de Armen van Morpheus (2020) en Bewaarders (2018).
Jouw vader hangt als een donkere wolk boven de film

Mijn donkere wolk, dat vind ik wel een mooie typering. Het is ook wat ik probeerde te laten zien in de film. Mijn vader is het startpunt geweest. Ik wilde mijn ongemakkelijke verhouding met hem voelbaar te maken. Hij was kunstenaar en een heel moeilijke man. Dat kun je denk ik wel zien aan de manier waarop hij af en toe naar mij of in de camera kijkt zonder iets te zeggen. Ik wilde daar als filmmaker al iets mee doen toen hij nog leefde. Ik had lange tijd een mapje op m'n bureaublad staan met alle ideeën die daarover zouden kunnen gaan. Dat mapje heette Het Zwart. Heel af en toe keek ik ernaar, stopte er wat in en dat was het.

Waarom lukte het deze keer wel?

Er kwam een verzoek vanuit de Evangelisch Omroep of ik mee wilde werken aan een serie documentaires over de tien geboden. Ik mocht een voorstel doen voor een van de geboden. Toen dacht ik dat dit misschien een goede gelegenheid was om dat mapje te openen. Daar stonden ook de beelden in die had ik gemaakt vlak voordat mijn vader in 2015 overleed. Ik was hem gaan filmen zonder dat ik enig idee had wat ik daarmee wilde doen. Het was toen al duidelijk dat hij terminaal leverkanker had. Toen begon ik de beelden terug te kijken. Ik had ook allemaal scans van zijn etsen. Het is heel mooi werk. Ik had veel problemen met mijn vader, maar dat het werk van hem stáát, wat mij betreft.

Het eerste gebod is een moeilijk gebod: Ik ben de Heer, je God, je zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.

Het meest abstracte gebod eigenlijk. Ik ben zelf niet-gelovig opgevoed, maar ik vind het wel een prachtig gebod, want het gaat over iets aanbidden dat groter is dan jezelf. Het viel gaandeweg samen met het beeld dat ik van mijn vader heb. Het is daardoor een heel vrije interpretatie geworden, heel intuïtief. Ik had alleen die opnames van hem in zijn atelier. Wij spreken daarin niet met elkaar, als beeld op zich zegt het niks. De argeloze kijker denkt gewoon: wat een charmante kunstenaar. Terwijl mijn verhaal iets anders is. Ik moest dus de zwaarte erin zien te krijgen, en ook mijn eigen worstelingen. Toen besefte ik dat ik een spiegel nodig had en kwam het idee om andere mensen met een soortgelijke worsteling te portretteren.

Over wat voor worsteling heb je het dan precies?

Mensen die naar een oplossing hebben gezocht voor het dempen van een leegte in zichzelf. Daar zijn oneindig veel strategieën voor. De een vindt dat in drank, de ander in drugs, weer een ander gaat gokken of heeft kleptomane neigingen. Tijdens de researchfase was het fascinerend om erachter te komen dat al die strategieën op hetzelfde neerkomen. Het is allemaal een kwestie van willen verdwijnen, niet je eigen bestaan onder ogen willen zien. Wegvluchten voor het feit dat je hier in deze wereld bent. Niemand heeft erom gevraagd om hier te zijn, je bent hier gewoon. Je moet er iets mee doen, maar wat dan? Ik weet het vaak ook niet. Volgens mij zijn er veel mensen die daar mee worstelen. Daar moest de film over gaan.

Hoe bepaalde je welke vormen van verdwijnen je wilde gebruiken?

Ik besefte al snel dat ik geen middelenverslaving wilde kiezen. Dus drank, drugs, wiet: laten we dat niet doen. Laten we meer kijken naar mensen die gedragsproblemen hebben. Om het dichtst bij het gewone leven te komen kwam ik uit op eetproblemen en seksverslaving. Dat zijn zaken die onderdeel van het normale leven zijn. Zonder eten ga je immers dood. En ook seks hebben is iets alledaags. Wat als die dingen uit de hand lopen, of heel extreem worden? Dat vond ik eigenlijk veel interessanter dan een middelenverslaving.

Hoe koppel je dat aan het eerste gebod? Is de Godfiguur dan de verslaving?

Zo kan je het zien. In de twaalf stappen van de AA is zelfs één van de stappen dat je een kracht groter dan jezelf erkent. Van oorsprong is de AA is een religieuze organisatie, dus vroeger was die kracht ook letterlijk God. Dat is inmiddels veralgemeniseerd naar een kracht groter dan jezelf. Om te kunnen stoppen met een verslaving is het essentieel dat je erkent dat jij niet het middelpunt bent. Daar zit de link naar het eerste gebod. Je kan de drugs of de seks ook zien als een vervanging van God.

Het kan ook een manier zijn om het overweldigende van het leven niet te hoeven voelen. Volgens mij worstelt iedereen in de film daar mee, inclusief mijn vader. Daar hebben hij en ik het nooit over kunnen hebben, maar dat is mijn sterke vermoeden. En ik denk dat mensen die om wat voor reden dan ook niet helemaal veilig zijn opgegroeid, of onthecht zijn, ook die worsteling kennen. Er is onderzoek gedaan naar kinderen die tijdens de hongerwinter geboren zijn, en een hoger percentage dan gemiddeld ontwikkelde later in het leven psychische en lichamelijke klachten.

Je dropt best een bommetje door over jouw vader te zeggen: jouw herinneringen zijn mijn angstdromen.

Je kunt eigenlijk geen film over je vader maken zonder dat hij over jezelf gaat, al probeerde ik dat aanvankelijk wel. Vandaar ook de beslissing om op een gegeven moment zelf voor de camera te verschijnen. In de film zit dat moment vrij laat. Dan draait de camera plots naar mij en moet ik met de billen bloot. We hebben er bewust voor gekozen om dat uit dramaturgisch opzicht naar het einde te verplaatsen. Als je dat eerder doet, schep je ook een verwachting dat ik veel meer concreet ga vertellen. Nu is mijn verhaal onderdeel van die andere verhalen geworden. Want alle biechten zijn in zekere zin inwisselbaar. Iedereen vertelt iets, maar niemand vertelt alles. Samen vertellen ze een compleet verhaal. Dat was het idee daarachter. Ik moest zelf ook een onderdeel van die puzzel zijn, maar ik hoefde niet alles te vertellen. Dat houdt het ook spannend.

Daardoor blijft die donkere wolk wel hangen.

Klopt, mijn hele jeugd was in zekere zin een donkere wolk. Er werd nooit iets uitgesproken. Mijn vader was een dominante man die nooit iets vertelde [over zijn demonen], althans niks oprechts. Er waren heel veel verhalen, maar het was onduidelijk wat daar nu waar van was. Mijn ouders zijn op een gegeven moment gescheiden. Een lang proces, heel ingewikkeld, het is geen goed huwelijk geweest. Ik ben met mijn moeder meegegaan. Het feit dat ik kan functioneren in deze wereld is aan haar te danken.

Hoe kwam de keuze voor de geportretteerden tot stand?

We gingen heel gericht op zoek: iemand met eetproblemen, iemand met een seksverslaving. Die vind je online. Researchers Monique Lesterhuis en Yke van Dok hebben mij daarbij geholpen, want ik ben daar zelf helemaal niet zo goed in. Dat is echt wel een vak. Ik wilde graag een solozeiler, omdat die mensen letterlijk van de kaart verdwijnen. Ik dacht daarbij eerst aan een man, want dat zijn immers de meeste solozeilers. Toen stuitten we op Christa en hadden een instant click. Heel gemakkelijk. En eigenlijk ging het ook zo met de anderen. Het moment dat we tegenover elkaar zaten was het goed.

Heel heftig zijn de beelden van de zeilster tijdens haar oceaanreis.

Die beelden had ze zelf gemaakt en heeft ze me gewoon gegeven. Hier, een harde schijf vol. Heel bijzonder, want er staan heel intieme ontboezemingen op waarvan een aantal de film hebben gehaald. Zij is een geweldige vrouw, ze heeft feitelijk gewoon haar dagboek aan mij gegeven. Dat totale vertrouwen had iedereen. Ook de seksverslaafde vrouw gaf mij haar dagboek. Hier, kijk maar wat je ermee kan. Ik weet niet of ik dat zou kunnen. Maar voor de juiste balans moest ik dus ook iets van mezelf laten zien.

Wat ik sterk vind is dat je voor elk van de vier biechten een eigen beeldtaal hebt bedacht.

Ik wilde niet vier pratende mensen in een kamer tonen. In eerste instantie heb ik een aantal interviews bij de mensen thuisgehouden. Heel weinig daarvan is in de film beland. Daarnaast heb ik geprobeerd om locaties op te zoeken die bij hun verhalen pasten. Bij de solozeilster vaar je mee aan boord van haar zeilschip. Bij het roodharige meisje koos ik voor het experiment door in een witte studio filmen, waar ze letterlijk in kon verdwijnen. Een gok, want ik wist niet hoe ze daarop zouden reageren. Dat deed ze prachtig. Dus ja, we hebben niet bij iedereen dezelfde setting gebruikt. Het gaat ook over excessen, dus wilde ik extremen in beeldtaal tegenover elkaar zetten. Filmen in een geheel witte én zwarte studio.

Hoe je de seksverslaafde vrouw in beeld brengt is best spectaculair.

Het is anonimisering door gebruik van deepfake-technologie. Letterlijk een bewegend masker om je achter te verbergen. Zij wilde vanwege haar werk niet open en bloot met haar seksverslaving naar voren komen, wat ik kan begrijpen. Dus toen hebben we deze oplossing verzonnen. We hebben haar stem ook nog vervormd door middel van AI. Ik wilde daar in de film wel transparant over zijn. Vandaar die scène waarin ze samen met mij zit te bekijken wat er allemaal mogelijk is. Inmiddels is die techniek al zo goed dat het bijna te perfect werd. De eerste test was te goed, je vergeet gewoon dat ze een masker draagt. Technisch kan het dus beter, maar dat wilden we niet. Door haar stem niet helemaal sync te laten zijn vonden we dé oplossing. Het is nu ook een beetje creepy, wat ik goed vind werken.

De eetproblematiek van de boulimia-patiënt is ongemakkelijk om naar te kijken. Waar trok je de grens om het niet voyeuristisch te maken?

Dat ging altijd in overleg. We hebben zelfs nog in een vroege versie van de film het overleg daarover verwerkt. Om aan te geven dat zij volledig akkoord was. En haar eten is allemaal simulatie: je ziet haar niks in de mond stoppen. We hebben haar daarbij ook niet frontaal gefilmd, maar consequent van achteren. We suggereren dus een heleboel, maar er gebeurt eigenlijk niks. Zelf word ik er toch een beetje onpasselijk van als ik het bekijk.

Is zij de meest getroebleerde? Ze transformeert zichzelf ook nog eens met plastische chirurgie.

Ja, al vertelt ze in het interview dat ze tijdens haar zwangerschap nauwelijks last had van haar stoornis. Daarna kwam het weer in volle hevigheid terug. Maar het gaat nu beter met haar. Dat zie je vaker bij mensen met zulke problemen. Als ze meewerken aan een film zijn ze vaak al op de weg terug. Op het dieptepunt hebben ze daar geen ruimte voor. Zodra ze bezig zijn met denken over herstel kunnen ze er ook over praten. Het proces van een film maken wordt dan ook onderdeel van het herstel. Dat had ik bij eerdere documentaires ook al gemerkt.

Is het toeval dat het allemaal vrouwen zijn?

In het oorspronkelijke plan wilden we een mix van mannen en vrouwen, maar het liep anders. We kwamen onbedoeld uit bij een solozeilster en die was zo interessant dat ik dacht: wat maakt het uit, een vrouw. Mensen met eetstoornissen zijn voor een groot deel vrouwen, al hebben we ook wel met mannen gesproken. Maar we waren geïntrigeerd door specifiek Romy. En vreemd genoeg kwamen we voor de seksverslaving ook weer bij een vrouw uit. Ikzelf had als vooroordeel dat dit vooral onder mannen voorkwam, zodat ik het wel leuk vond om dat te ontkrachten. En toen hadden we plotseling vier mensen en ze waren allemaal vrouw! Is dat nou een probleem of niet? Maar het waren stuk voor stuk goede verhalen en daar ging het om.

Gaandeweg speelde er nog wel iets anders mee. Er is nu een duidelijk onderscheid tussen aan de ene kant de mensen die ik portretteer, en aan de andere kant mijn vader en ik. Heel helder, want wij zijn mannen, mijn vader en ik, en zij zijn vrouwen. Waarmee je ook duidelijk maakt dat we niet letterlijk op zoek zijn gegaan naar kopieën van mij en mijn vader. Het gaat puur over het principe erachter, de worsteling. De neiging om één op één te gaan kijken neem je daarmee weg. Maar ik zeg er dus niet mee dat deze problemen bij vrouwen horen. Dat is totaal niet aan de orde.

Tot slot: de film introduceert de uitvoering van een orgelconcert van John Cage, As slow as possible. Waarom vond je dat erbij horen?

Om de thematiek op een meer universeel, conceptueel niveau te brengen. Voor mij gaat de Duitse interpretatie van dat muziekstuk over de vraag in hoeverre we controle hebben over ons bestaan. Ik vind het een ongelooflijk grappig, gewaagd en ook heel ontroerend kunstwerk. De bescheiden maat van het orgeltje staat in scherp contrast met de waanzinnige lengte van de uitvoering: 639 jaar! Het is als de kathedralen die gedurende honderden jaren werden gebouwd. Alleen is het bestaan van deze compositie nog vluchtiger. De toekomst nog onzekerder. Het staat voor mij voor de vluchtigheid van alles en confronteert mij daarom ook zo mooi met mijn eigen bestaan.

Interview: Mark van den Tempel

Link naar IMDB